1-5 De scheut van Isai.
In het vorige hfst. hebben we gezien dat de Assyriers beschreven zijn als, en wat God gezegd heeft over hen:
-Ook zal Hij verteren de heerlijkheid zijns wouds en zijns vruchtbaren velds.
-En de overgebleven bomen zijns wouds zullen weinig in getal zijn, ja, een jongen zou ze opschrijven.
-De Heere HEERE der heirscharen zal met geweld de takken afkappen, en die hoog van
gestalte zijn, zullen nedergehouwen worden; en de verhevenen zullen vernederd
worden.
-En Hij zal met ijzer de verwarde struiken des wouds omhouwen; en de Libanon zal
vallen door den Heerlijke.
Alles wat hoog en verheven was is beschreven door bomen van Libanon en cederen van Libanon.
Vergelijk 2: 13; 14: 8
En zoals we in het vorige hoofdstuk geeindigd zijn, God brengt het "grote" naar beneden en het "kleine" verhoogt Hij.
In vers 1 zien we dan wat God gaat doen.
Jes 11:1 Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen.
Jesaja bouwt hier verder op alle Messiaanse profetiën die al gegeven zijn in dit boek:
-Jesaja 2: 2-4 Het komende koninkrijk.
-Jesaja 4: 2-6 Des Heeren spruit.
-Jesaja 7: 13, 14 Immanuel.
-Jesaja 9: 2, 6, 7 Het wonderbare kind.
Rijsje:
2415 choter,
1) tak, twijg, stok
Scheut:
5342 netser
i.d. betekenis van "groenheid" als een opallende kleur van 05341 TWOT-1408a
1. Spruit, scheut, twijg (altijd fig.)
Uit de afgehouwen tronk van Isai zal een vrucht komen.
Wie is de afgehouwen tronk van Isai?
Om deze vraag te beantwoorden moeten we terug in de geschiedenis van het volk van Israel en wat dingen met elkaar vergelijken.
Wie is Isai. Deze Isai is de vader van David en de kleinzoon van Boaz.
-Ruth 4: 17; 4: 22; 1 Sam. 16: 1
Hoe staat deze afgehouwen tronk dan in relatie tot Isai??
Omwille van zijn zoon David, die koning was over Israel. En dit koninkrijk is afgehouwen door Jehovah. Israel, wat nu verdeeld was had zich afgewend van God en God zou hen afhouwen.
Maar dit zou niet het einde zijn. Er zou weer leven komen. God beloofde dat een overblijfsel zou terugkomen in het land.
Vergelijk ook:
-2 Sam. 7: 16
-Amos 9: 11
We hebben al gelezen in de eerste tien hoofdstukken van Jesaja dat het volk van Israel weggevoerd zou worden. Dit is dan de afgehouwen tronk van Isai.
Jezus word verder genoemd bij deze naam in Openbaringen 5: 5 en 22: 16
Openbaringen 5:5 En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.
Openbaringen 22:16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster.
Deze afgehouwen tronk zou dan weer vrucht voortbrengen.
De volgende verzen laten zien hoe.
Jes 11:2 En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN.
Hier lezen we dan over deze vrucht: (Christus)
-De Geest des Heeren zou op Hem rusten.
-De Geest der wijsheid, des verstands, des raads, des sterkte, der kennis en de vreze
des Heeren zouden op Hem rusten.
-Zijn rieken zou zijn in de vreze des Heeren.
-Hij zou naar het gericht Zijner ogen niet richten.
-Hij zou naar het gehoor Zijner ogen niet bestraffen.
We zien hier dat over deze vrucht word gezegd dat de Geest des Heeren op Hem zou rusten.
Jesaja gaat in andere delen van zijn boek nog veel meer op dit begrip in. Maar de Geest des Heeren is gekomen over Christus.
We vergelijken:
-Jesaja 42: 1
-Matt. 3: 16; Mark 1: 10; Luke 3: 22 and Joh. 1: 32; 3: 34
Op Christus zou ook rusten de Geest der wijsheid, des verstands, des raads, des sterkte, der kennis en de vreze des Heeren. Al deze dingen zouden één zijn met Christus. We zien dat ook door de Bijbel heen. Een aantal van deze hebben we ook gezien in hfst. 9:5, 6
-Wijsheid.
-Verstand.
-Raad.
-Sterkte.
-Kennis.
-Vreze.
Jes 11:3 En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen.
Het rieken van Christus zou zijn naar de vreze des Heeren.
Rieken:
1) (Hiphil) ruiken, opsnuiven, aanvaarden, lusten
1a) van paarden
1b) van plezier (fig)
Het was de lust en de wil van Christus om de wil des Heeren te volbrengen.
We lezen dan ook in Hebr. 10: 7 dat Christus kwam om de wil des Heeren te volbrengen.
Het was de verlustiging voor Christus om de wil des Vaders te doen.
Vergelijk ook Psalm 40: 8
Zo is Hij ook voor ons een voorbeeld. Zoals David zichzelf verlustigde in de wet des Heeren zo zouden wij als kinderen van Hem ook in dit voorbeeld moeten volgen.
Vergelijk Psalm 1: 2
Ook zou Christus niet richten naar Zijn ogen of oren, nee Zijn gericht zou zijn naar gerechtigheid. Zoals de volgende verzen aangeven.
Jes 11:4 Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen;
Het gericht van Christus is een gericht naar recht en gerechtigheid. Dit voor de armen en de zachtmoedigen. (Vergelijk Psalm 97: 1-2; Joh. 5: 30; 8: 16; Rom. 2: 2; 2: 5)
Jes 11:4 Doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden.
Maar de aarde (niet gelovigen) zal Hij slaan met de roede van Zijn mond en met de adem Zijner lippen.
Vergelijk 2 Tess. 2: 8; Openb. 1: 16; 2: 16; 19: 15
Christus is degene die het uiteindelijke oordeel zal uitspreken. (Joh. 5: 22)
Jes 11:5 Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn.
De gordel werd in die dagen gebruikt om het geheel van de kleding bij elkaar te houden. De gordel was een belangrijk gedeelte van iemands kleding. Het gaf het geheel stevigheid. Zo is voor Christus gerechtigheid en waarheid een belangrijk en essentieel gedeelte van zijn leven.
Hij slaat de aarde en de goddeloze omdat Hij gerechtigheid en waarheid zijn gordel is. Christus is één met gerechtigheid en waarheid. Hij is gerechtigheid en Hij is waarheid.
6-10. Het karakter van de inwoners.
Jes 11:6 En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
Jes 11:7 De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
Jes 11:8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
Deze zullen in het koninkrijk wonen. Hier word beschreven het karakter en eigenschappen van de inwoners van "den gansen berg Mijner heiligheid", die "ten dien dage" zou komen en waar de "Wortel van Isai" zou staan als een banier voor de volken. (9-10)
We zien hier dan een beschrijving van de inwoners van de berg Mijner Heiligheid.
Wat we zien is dat alle soorten dieren, en soms de tegenovergestelde van elkaar, zullen tesamen weide vinden. Dit staat symbool voor de inwoners van het koninkrijk van Christus. De boodschap is dat vele zullen in dit koninkrijk zullen zijn waar vrede en éénheid zal zijn.
Als we dan verder gaan naar het nieuwe Testament zien we dat de Jood en Heiden uiteindelijk samen zouden zijn in het koninkrijk. (Efeze 2: 11-22)
We lezen dat het koninkrijk van Christus een koninkrijk van vrede is waar allen, van welke afkomst dan ook, van welk volk dan ook allemaal één zijn in Christus.
We lezen dan ook in Galaten 3: 28 "Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus". In het koninkrijk van Christus is iedereen hetzelfde. Er zal geen verschil zijn en er zal vrede zijn tussen al deze verschillende mensen.
Jes 11:9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.
Hier zien we dan de plaats van het bovenstaande. De plaats is de berg Zijner heiligheid. Daarin zou geen leed noch verderving zijn, omdat er kennis is van God, zoveel kennis als het water de zeebodem bedekt.
Het bovenstaande is dus duidelijk een referentie naar de inwoners van het koninkrijk van Christus. Laten we dan ook zien dat in de hoofdstukken 1-12 de verschrikkelijke positie van het volk van Israel is beschreven, dit was hoe het niet had moeten zijn. Nu laat God zien dat er een koninkrijk zou komen wat echt volgens het plan van God zou zijn.
Vergelijk ook Jer. 31: 31-34. Deze woorden worden herhaald in Hebr. 8: 8-13 waar we een beschrijving lezen van de kinderen van het koninkrijk van Christus. Dit laat heel duidelijk zien dat Jesaja sprak over de tijd onder Christus.
Er zou in die dagen kennis zijn. Als we het met de woorden van Hebr. 8 mogen zeggen:"Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken den Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen. Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken".
Hier zien we dat de kennis centraal staat. Onder het oude verbond moesten de mensen geleerd worden. De één leerde de ander. Ze werden geboren in een verbond, waar onder het nieuwe verbond er eerst kennis moet zijn voordat je in het koninkrijk aan mag zitten.
Onder het nieuwe verbond zou iedereen kennis hebben van Christus voordat ze tot Hem zouden komen.
Jes 11:10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
In die dagen zullen de mensen vragen naar deze wortel van Isai en de rust daarvan is groot.
Al deze dingen wijzen naar de grote Christus. Christus die rust en vrede kwam brengen, geboren onder de wet, geboren om te verlossen.
Vergelijk Matt. 11: 28-30
In Romeinen 15: 12 zien we ook het verband me deze tekst: En wederom zegt Jesaja: Er zal zijn de wortel van Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen.
We zien dan dat het bovenstaande een beschrijving is van de inwoners van dit koninkrijk onder Christus. Het koninkrijk onder de Wortel van Isai.
11-16 Het overblijfsel.
Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee.
De sleutel om deze woorden te begrijpen is "te dien dage" en "ten anderen male".
We zien hier dat als vervolg op de woorden uit vers 10 dit word gezegd: "want het zal geschieden te dien dage", het verband word gelegd tussen vers 10 en 11.
We zien dat God een eerste keer het overblijfsel heeft teruggebracht in het land van Israel en dat zou een tweede keer (ten anderen male vers 11) gaan gebeuren maar dan onder de tijd als de afgehouwen tronk van Isai.
Vergelijk Rom. 11: 5 waar gesproken word over een tweede overblijfsel en de woorden van deze tekst dat "ten anderen male Zijn hand zou aanleggen.
Al deze dingen wijzen op de vervulling van deze woorden onder het koningschap van Christus onder het tweede verbond.
Jes 11:12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks.
Ook hier weer sleutel: een banier onder de heidenen, als de tijd van de tronk van Isai gekomen is zal er een verzameling zijn van alle delen der aarde, te beginnen in Israel en Juda en daarna de vier eilanden der aarde.
We weten dat de banier Christus is, dus dit alles vind zijn vervulling onder Christus.
Jes 11:13En de nijd van Efraim zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraim zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraim niet benauwen.
Ze zullen samen vrede en rust genieten in het koninkrijk van Christus. Efraim en Juda worden symbolisch gebruikt om aan te geven wat er onder het koningschap van Christus allemaal zou gaan gebeuren. De vrede en éénheid zou groot zijn.
Jes 11:14 Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, en zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn.
Met deze woorden word nog eens benadrukt hoe de band zou zijn tussen hen die eerst vijanden van elkaar waren, "op den schouder vliegen" refereert naar samen ondernemen en samenwerken
Het oosten zou ook daarin betrokken worden en andere natien zouden ook dezelfde weg zoeken.
Dit alles word symbolisch gebruikt om te laten zien hoe de dingen zouden zijn onder het koningschap van Christus. Het zou een heel bijzonder koninkrijk worden.
Jes 11:15 Ook zal de HEERE den inham der zee van Egypte verbannen, en Hij zal Zijn hand bewegen tegen de rivier, door de sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven stromen, en Hij zal maken, dat men met schoenen daardoor zal gaan.
Inhammen zouden verbannen worden, wegen zouden vrijgemaakt worden.
Jes 11:16 En er zal een gebaande weg zijn voor het overblijfsel Zijns volks, dat overgebleven zal zijn van Assur, gelijk als Israel geschiedde ten dage, toen het uit Egypteland optoog.
Een gebaande weg zou gemaakt worden voor het overblijfsel onder Christus.
Vergelijk Handl. 1: 8; Zech. 9: 10
Jesaja 35: 8-10